Assimilatielamp

In juli 2011 werd er door de minister van Veiligheid en Justitie een wetsvoorstel ingediend dat het voorbereiden of vergemakkelijken van hennepteelt strafbaar stelt (wetsvoorstel 32.842). Dit wetsvoorstel is in april 2013 aangenomen door de Tweede Kamer, waarbij de VVD, SGP, PVV, Christenunie en het CDA vóór dit voorstel hebben gestemd.

Het voorstel is nu in behandeling in de Eerste Kamer en naar verwachting zal het wetsvoorstel ook daar worden aangenomen. De nieuwe wet zal daarna op korte termijn in werking treden. Het is daarom belangrijk om kort stil te staan bij de consequenties van deze toekomstige wetgeving.

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een wietkwekerij wordt opgerold vóór dat er stekjes of hennepplanten staan. Men is bijvoorbeeld bezig met het ophangen van de assimilatielampen, het timmeren van stellingen of het aanleggen van de elektriciteitsinstallatie.

Volgens vaste rechtspraak is dit onvoldoende bewijs voor een poging tot hennepkweek. Daarvoor moeten er plantjes aanwezig zijn. Omdat ‘voorbereiding’ van een delict pas strafbaar is als er meer dan 8 jaar gevangenisstraf op staat, ontstaat er in de praktijk een probleem voor politie en  justitie. Voor hennepteelt kan namelijk een maximale straf worden uitgedeeld van ‘slechts’ 6 jaar.

Met andere woorden: diegenen die bezig waren met het aanleggen van de kwekerij zijn niet strafbaar. Hetzelfde geldt voor de persoon die de elektriciteit heeft aangelegd, de persoon die de investeringen heeft gedaan, de persoon die de ruimte beschikbaar heeft gesteld of de winkelier die de benodigde materialen heeft verkocht.

Dit wetsvoorstel beoogt hier verandering in te brengen. Het voorstel komt er samengevat op neer dat diegene die iets doet met bepaalde stoffen, voorwerpen, vervoermiddelen, ruimten of betalingsmiddelen, terwijl hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat dit (onder meer) is bedoeld is om hennep te kweken, voortaan kan worden gestraft met een maximale gevangenisstraf van 3 jaar. Ook wordt het mogelijk om zo iemand in voorlopige hechtenis te nemen.

Volgens de toelichting is het doel enerzijds om typische voorbereidingshandelingen (zoals het aanleggen van een kweekruimte) strafbaar te stellen. Anderzijds probeert de wet de allerlei soorten faciliteerders aan te pakken.

Onder faciliteerders verstaat de minister in de eerste plaats de growshops. Volgens de minister hebben growshops een steeds grotere faciliterende rol. Deze winkels leveren niet alleen materialen en stekjes maar doen ook investeringen en zijn – aldus de regering – steeds meer verweven met de onderwereld. Door dit wetsvoorstel worden growshops strafbaar. Hetzelfde geldt voor mensen die (op wat voor manier dan ook) helpen bij het voorbereiden van hennepkweek. Het is voldoende dat men ‘een ernstige reden’ heeft om te vermoeden dat iets is bedoeld voor het telen van wiet.

Juist dat laatste criterium is het lastige van deze nieuwe wet. Wat als iemand bijvoorbeeld 50 plastic plantenbakken koopt bij een groot tuincentrum? Is het tuincentrum of de caissière dan strafbaar wegens het meehelpen aan het voorbereiden van hennepteelt? Volgens de minister zal het in de praktijk altijd wel duidelijk zijn en hoeven bijvoorbeeld tuincentra zich geen zorgen te maken. Aan de andere kant staat in de toelichting dat van winkeliers een ‘kritische blik’ wordt verwacht. In mijn optiek zal er onduidelijkheid ontstaan over de onderzoeksplicht: hoe ver moeten mensen gaan om na te gaan of ze niet – ongewild – meewerken aan het telen van hennep? Tweede Kamerlid Nine Kooiman (SP) heeft daarom verzocht dit criterium te schrappen. Dit amendement is helaas verworpen.

Wetsvoorstel voorbereiden hennepteelt
Getagd op: