Om een hennepkwekerij te kunnen draaien is elektriciteit nodig. Veel mensen betalen de elektriciteit gewoon en nemen de hogere kosten voor lief. Anderen stelen de elektriciteit door deze ‘voor de meter’ af te tappen of door met de meter zelf te rommelen.
Als er uiteindelijk (vooraf of achteraf) wordt betaald voor de elektriciteit, dan rijst de vraag of de kosten hiervan mogen worden afgetrokken in het kader van een ontnemingsvordering.
In de rechtspraktijk ontstond hier nogal eens discussie over. Sommige Officieren van Justitie en rechters zijn de (wat vreemde) mening toegedaan dat elektriciteit niet kan worden afgetrokken, zeker niet als deze wordt gestolen.
Feit is echter dat, als er achteraf alsnog wordt betaald voor gestolen energie, dat deze kosten in een directe relatie staan tot het delict hennepteelt. Om hennep te kunnen kweken had je immers de stroom nodig, en als daarvoor is betaald zijn dit kosten die voor aftrek in aanmerking komen.
Om aan alle onduidelijkheid een einde te maken heeft de Hoge Raad dit in een uitspraak van 28 juni 2011 expliciet bepaald. Betaalde elektriciteit kan in mindering worden gebracht op het onrechtmatig verkregen voordeel, ook als deze eerst is gestolen.