Vaak krijgt het kantoor de vraag wat het gedoogbeleid precies inhoudt. Wat is nou strafbaar en wat niet?
Om te beginnen moet gezegd worden dat overtreding van de opiumwet altijd strafbaar is. Echter, in sommige gevallen gaat het openbaar ministerie niet over tot vervolging. Er worden dan dus geen straffen uitgedeeld. Het gedoogbeleid is vastgelegd in de Aanwijzing Opiumwet.
Grofweg zijn er twee feiten die niet worden vervolgd:
1) het exploiteren van een coffeeshop onder bepaalde strikte voorwaarden en 2) het aanwezig hebben van een kleine hoeveelheid hennep voor eigen gebruik en 3) het niet beroeps- of bedrijfsmatig telen van maximaal 5 hennepplanten.
Het hebben van een coffeeshop
Het verkopen van wiet in een coffeeshop wordt niet vervolgd indien wordt voldaan aan de zogenaamde AHOJG-criteria. Deze criteria zijn dat de coffeeshop geen reclame mag maken (affichering: A), geen harddrugs mag verkopen (harddrugs: H), geen overlast mag veroorzaken (overlast: O), niet toegankelijk mag zijn en niet mag verkopen aan jeugdigen (jeugd: J) en slechts een beperkte handelsvoorraad mag hebben (geringe hoeveelheid: G).
Daarnaast geldt sinds 1 januari 2012 voor de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland als voorwaarde dat een coffeeshop klein en besloten moet zijn (besloten club: B) en dat de verkoop zich moet richten op de lokale markt (ingezetenen van Nederland: l). Deze criteria gelden vanaf 1 januari 2013 ook voor de rest van Nederland.
Het aanwezig hebben van een kleine hoeveelheid hennep voor eigen gebruik
Volgens de Aanwijzing Opiumwet wordt niet strafrechtelijk opgetreden tegen het aanwezig hebben van hoeveelheden hennep van 5 gram of minder. Loopt u op straat met bijvoorbeeld 15 gram hennep, dan kunt u een strafrechtelijke reactie verwachten. De norm van 5 gram komt voort uit het gedoogbeleid voor coffeeshops.
Het niet beroeps- of bedrijfsmatig telen van maximaal 5 hennepplanten
Niet beroeps- of bedrijfsmatige teelt van een geringe hoeveelheid hennep voor eigen gebruik wordt niet vervolgd. Een uitzondering geldt voor minderjarigen. Voor deze groep volgt altijd een strafrechtelijke reactie.
De vraag rijst vervolgens wat beroeps- of bedrijfsmatige teelt is. De Aanwijzing Opiumwet stelt dat bij een hoeveelheid van 5 planten of minder in principe wordt aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Er volgt dan een politiesepot. Wel moet afstand worden gedaan van de planten.
Toch kan er worden vervolgd voor 5 planten of minder, namelijk in de volgende gevallen:
– Er wordt gekweekt om de hennep te verkopen. Er wordt dus niet (volledig) voor eigen gebruik geteeld.
– Er is enige professionaliteit aanwezig doordat wordt voldaan aan een twee of meer indicatiepunten uit de bijlage bij de Aanwijzing Opiumwet. Deze indicatiepunten zijn onder meer de aanwezigheid van ventilatie, verwarming, ziektebestrijding, kunstlicht, een centraal geregeld bevloeiingssysteem, het gebruik maken van stekjes en het gebruik maken van CO2 toevoeging.
In deze gevallen neemt men aan dat er niet langer sprake is van een amateur die enkele planten kweekt voor eigen gebruik, maar van een bedrijfsmatige kwekerij. Zelfs indien deze slechts bestaat uit 1 of 2 planten volgt dan een strafrechtelijke reactie.
Uit een uitspraak van de Hoge Raad blijkt overigens dat bij het toepassen van het criterium van 5 planten niet mag worden gekeken naar het gewicht dat deze planten aan hennep hebben opgeleverd, maar uitsluitend naar de hoeveelheid planten. Wel is het natuurlijk zo dat er vaak bijzondere maatregelen moeten worden genomen om planten zodanig groot te laten worden dat ze bijvoorbeeld 200 gram cannabis per plant zouden opleveren. Mogelijk is er dan voldaan aan twee of meer indicatiepunten voor bedrijfsmatige teelt, en kan er alsnog worden vervolgd.