Bij illegale hennepkwekerijen is er vaak sprake van elektriciteitsdiefstal. De elektriciteit wordt dan ‘buiten de meter om’ afgenomen. Men doet dit enerzijds om stroomkosten te verminderen en anderzijds om ontdekking tegen te gaan. Een hennepkwekerij van enige omvang verbruikt namelijk dermate veel stroom dat dit bij de energieleverancier de alarmbellen kan doen laten rinkelen.
Nadat een kwekerij is opgerold komt het daarom veel voor dat de verdachte naast het kweken van hennep ook diefstal van stroom ten laste wordt gelegd. Het bewijs voor dat laatste is in veel gevallen gebaseerd op de stelling van een fraudedeskundige van de netbeheerder dat de verzegeling van het tellerhuis is open gemaakt en dat men de cijfertjes van de teller heeft teruggedraaid of had kunnen terugdraaien.
De Hoge Raad heeft bijna 100 jaar geleden al uitgemaakt dat het blokkeren van de elektriciteitsmeter diefstal van stroom is (HR 23-05-1921, NJ 1921, 564). In de rechtspraak doet men nadien niet zo moeilijk over het terugdraaien van de meter. Dat wordt doorgaans aangemerkt als diefstal van stroom.
Enige tijd geleden heeft het Gerechtshof in Den Bosch een opmerkelijke uitspraak gedaan over dit onderwerp (Hof Den Bosch 10 juni 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:CA2652).
Volgens het Hof levert het enkele terugdraaien van de teller van een elektriciteitsmeter geen diefstal op. De afname van elektriciteit wordt immers ook na het terugdraaien van de tellers gewoon via de meter geregistreerd. Het terugdraaien van de tellers zorgt er slechts voor dat een hoeveelheid reeds afgenomen elektriciteit wordt verhuld, niet de nadien afgenomen elektriciteit. De elektriciteit waar het om gaat, was al verbruikt en is dus niet weggenomen in de zin van artikel 310 Wetboek van Strafrecht.
Wat er – volgens het Hof – feitelijk gebeurt, is dat er wordt gefraudeerd met de registratie van de hoeveelheid afgenomen elektriciteit. Het verbreken en verwijderen van de verzegeling en het terugdraaien van de tellers kan dus worden beschouwd als oplichting. Het hof merkt daarbij wel op dat de energiemaatschappij dan ook daadwerkelijk moet zijn bewogen tot het afrekenen op basis van de verkeerde registratie. Als er nog geen afrekening heeft plaatsgevonden aan de hand van de teruggedraaide meterstanden, dan is er hooguit sprake van een poging tot oplichting.
Dit standpunt heeft het Hof Den Bosch onlangs herhaald in een uitspraak van 4 oktober 2013 (Hof Den Bosch 4 oktober 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:4475).
Het verschil met het klassieke arrest van de Hoge Raad is dat de elektriciteitsmeter niet wordt geblokkeerd, maar wordt teruggedraaid. De afgenomen elektriciteit wordt dus weliswaar geregistreerd door de meter, maar vervolgens verhuld door het terugdraaien van het telwerk. Dit subtiele verschil maakt volgens het Hof dat er geen sprake is van diefstal, maar hooguit van oplichting.
Indien deze lijn wordt gevolgd, dan heeft dat gevolgen. Het openbaar ministerie zal dit soort situaties dan ten laste moeten gaan leggen als (poging tot) oplichting in plaats van diefstal.
Het openbaar ministerie heeft (vreemd genoeg) geen cassatie ingesteld tegen de uitspaak van juni. Tegen de uitspraak van oktober is wél cassatie ingesteld. Zolang de Hoge Raad nog geen streep heeft gezet door deze arresten van het Hof Den Bosch is het interessant voor de verdediging om hier een beroep op te doen.
Let op: de situatie die zich hier voordoet is niet relevant voor alle hennepzaken. In veruit de meeste gevallen wordt er namelijk een kabel aangesloten vóór de meter. In die gevallen is er zonder meer sprake van diefstal van elektriciteit. Dit arrest is alleen relevant wanneer er géén illegale kabel was aangesloten en uitsluitend ten laste wordt gelegd dat de verzegeling van het telwerkhuis verbroken was.