De Hoge Raad heeft op 11 december 2018 een uitspraak gedaan over de opbrengst van een hennepstekkerij. Hoe bereken je dit en hoeveel oogsten passen er in een bepaalde periode?
Wat was er aan de hand?
Hoewel het arrest niet veel details over de feiten bevat weten we dat het ging om iemand die was veroordeeld voor het kweken van 394 hennepstekken. Het Gerechtshof had in de uitspraak opgenomen dat het 2 weken duurde voordat de hennepstekjes konden worden geoogst. Gelet op de totale periode die was vastgesteld oordeelde het Hof dat er 4 keer moest zijn geoogst.
Men kwam vervolgens tot de volgende berekening van de opbrengst van de hennepstekkerij:
Opbrengst per kweekperiode
394 stekken x € 3,83 = € 1.509,00
Kosten per kweekperiode
- Afschrijvingskosten stekkerij € 50,00
- Variabele kosten stekkerij (394 x € 0,20) = € 78,80
- Inkoop zaden (394 x € 1,00) = € 394,00
- Huurkosten € 350,00
Winst per kweekperiode € 636,20
Totaal wederechtelijk verkregen voordeel:
€ 636,20 x 4 kweekperiodes = € 2.544,80
Hoe oordeelde de Hoge Raad?
De Hoge Raad keurde de berekening van de opbrengst van de hennepstekkerij niet goed. Met verwijzing naar een eerdere uitspraak van 26 maart 2013 herhaalde de Hoge Raad dat de schatting of berekening van illegaal verkregen voordeel gebaseerd moet zijn op wettige bewijsmiddelen. De Hoge Raad vond dat de berekening daar in dit geval niet aan voldeed. Immers, het Hof had geen bewijsmiddel opgenomen waaruit bleek dat een hennepstekje na 2 weken klaar is om te oogsten. Het was niet duidelijk gemaakt waarop het Hof dit oordeel had gebaseerd.