Op kantoor komen zeer regelmatig cliënten die een garage, een loods of een zolderkamer hebben verhuurd aan andere personen die daar vervolgens een hennepkwekerij zijn begonnen. De betreffende cliënt is daar meestal mee akkoord gegaan in ruil voor een deel van de opbrengst.

De verleiding om op een dergelijk voorstel in te gaan is vaak erg groot, zeker omdat veel mensen denken dat het hebben van een wietkwekerij hooguit wordt bestraft met een taakstraf of een kleine geldboete.

De werkelijkheid is echter anders. Zodra een kwekerij wordt opgerold, wordt de geregistreerde huurder of eigenaar van het betreffende pand aangemerkt als verdachte. Zolang deze persoon geen gegevens van eventuele andere personen wil of kan geven, zal hij of zij altijd de enige verdachte blijven en voor de gevolgen moeten opdraaien.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn die gevolgen niet gering. Naast het moeten betalen van duizenden euro’s voor weggenomen elektriciteit en ontruimingskosten, volgt ook vaak een ontbinding van de huurovereenkomst.

Een jaar tot anderhalf jaar na het ontmantelen van de hennepkwekerij moet de verdachte voor de strafrechter verschijnen. Naast een dagvaarding voor overtreding van de Opiumwet en diefstal van elektriciteit, volgt in hennepzaken vrijwel altijd een ontnemingsvordering.

De ontnemingsvordering is een brief waarin staat dat het Openbaar Ministerie op basis van de zogenaamde ‘pluk ze’ wetgeving een bepaald bedrag terugvordert van de verdachte. Dit bedrag bestaat uit de illegale inkomsten die volgens de Officier van Justitie met de kwekerij zijn verdiend.

De meeste cliënten die een dergelijke vordering ontvangen zijn geschokt door de hoogte van het bedrag. Voor een kleine kwekerij op een zolderkamer waarvan bijvoorbeeld 2 of 3 oogsten zijn genoten, wordt al snel een bedrag gevraagd van 70 of 80 duizend euro. Gaat het een om een wat grotere kwekerij die een jaar gedraaid heeft, dan zijn bedragen van boven 200.000 euro niet ongebruikelijk.

Hoe komt men tot dit soort bedragen? De berekening is gebaseerd op vijf onderdelen:

  1. het aantal oogsten
  2. het aantal planten
  3. de opbrengst per plant in grammen hennep
  4. de verkoopprijs van een kilo hennep
  5. de kosten die voor aftrek in aanmerking komen

Onderdeel 1: het aantal oogsten

Het aantal oogsten van de hennepkwekerij wordt meestal geschat door een deskundige van de politie of van de energiemaatschappij. Als de stroom via de meter heeft gelopen kan achteraf vaak een redelijk nauwkeurige schatting worden gemaakt op basis van het energieverbruik. In de meeste gevallen volgt echter een vrij onnauwkeurige schatting op basis van de omstandigheden die men aantrof. Denk daarbij aan de hoeveelheid stof en kalkaanslag, de vervuiling van het koolstoffilter, productiedata op apparatuur en aangetroffen plantenresten.

Onderdeel 2: het aantal planten

In de ontnemingsberekening wordt altijd gerekend met het aantal planten dat werd aangetroffen toen de kwekerij werd ontruimd. Tenzij de verdachte het keihard kan aantonen, zal geen rekening worden gehouden met de stelling dat er bij eerdere oogsten minder planten stonden. Men gaat er vanuit dat de capaciteit van de kwekerij altijd volledig is gebruikt.

Onderdeel 3: de opbrengst per plant

In de meeste gevallen wordt de kwekerij werkend aangetroffen met de wietplanten in een bepaald groeistadium. Tenzij er reeds geknipte en gedroogde planten worden aangetroffen, kan dus niet worden vastgesteld hoeveel gram hennep de planten hebben opgeleverd.

Voor dat probleem heeft justitie echter een oplossing in de vorm van het zogenaamde BOOM (Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie)-rapport. In dit rapport wordt uitgelegd hoeveel gram een cannabisplant bij thuiskweek gemiddeld oplevert. Uit onderzoek is gebleken dat dit gemiddeld 28,2 gram bedraagt. In een ontnemingsberekening wordt deze opbrengst van 28,2 gram hennep per plant als uitgangspunt genomen.

Onderdeel 4: de verkoopprijs van een kilo hennep

De verkoopprijs van een kilo hennep die justitie gebruikt voor de berekening van de opbrengst, wordt doorgaans verkregen uit informatie van het Nationaal Netwerk Drugsexpertise (NND) van de politie. Het NND doet onderzoek naar de ‘straatprijs’ van hennep, op basis van meldingen die men ontvangt. De prijs per kilo is de laatste jaren behoorlijk gestegen. Enkele jaren geleden werd een bedrag gehanteerd van 2.500 euro per kilo. Anno 2010 is een bedrag van tussen de 3.000 en 3.500 euro gebruikelijk.

Onderdeel 5: de kosten die voor aftrek in aanmerking komen

Hoewel voor het opbouwen van een kwekerij vaak investeringen moeten worden gedaan van duizenden euro’s, kunnen deze kosten niet volledig worden afgetrokken van de opbrengst. Het openbaar ministerie gaat er vanuit dat apparatuur zoals assimilatielampen en transformatoren jarenlang meegaan en dat per oogst slechts een klein bedrag aan afschrijving kan worden afgetrokken. Hoe groot dit bedrag is, hangt af van de omvang van de kwekerij. Gemiddeld kan per oogst een bedrag van 200 euro worden afgetrokken voor afschrijving van apparatuur.

Ook de kosten voor stekjes en verzorging van de planten kan worden afgetrokken. Hiervoor wordt standaard een bedrag van 4,40 euro per plant gerekend.

De kosten voor energieverbruik komen voor aftrek in aanmerking als de stroom via de meter heeft gelopen. Is de stroom gestolen, dan worden de kosten die men later heeft moeten terugbetalen aan de energiemaatschappij niet afgetrokken, althans niet in de berekening van justitie.

Voorbeeldberekening

Laten we als voorbeeld nemen een verdachte die op zolder een kleine kwekerij heeft gehad van 250 planten. De deskundige heeft vastgesteld dat er minstens 4 oogsten moeten zijn geweest en volgens het NND was de verkoopprijs 3.500 euro per kilo.

Het openbaar ministerie zal dan met de volgende berekening komen:

250 planten x 28,2 gram = 7050 gram, oftewel 7,05 kilo.

7,05 kilo x 3.500 euro = 24.675 euro bruto opbrengst.

De vaste kosten bedragen volgens het BOOM rapport 200 euro.

De variabele kosten zijn 250 x 4,40 euro = 1.100 euro.

De totale kosten zijn dus 200 + 1.100 = 1.300 euro.

24.675 euro (bruto opbrengst) – 1.300 euro (kosten) = 23.375 euro netto per oogst.

Totale opbrengst: 4 oogsten x 23.375 euro = 93.500 euro

Conclusie is dat een kleine en in de ogen van veel cliënten – onschuldige – kwekerij, grote gevolgen kan hebben. Zeggen dat de kwekerij (veel) minder opbrengst heeft gehad heeft weinig zin omdat de rechter in beginsel zelden zal afgaan op wat de verdachte zelf zegt.

Gelukkig kan een advocaat die ervaring heeft met hennepzaken vaak het nodige afdingen op de berekening van het openbaar ministerie. Hoeveel wederrechtelijk verkregen voordeel uiteindelijk zal worden vastgesteld door de rechter hangt in dit soort zaken ook vaak af van de geloofwaardigheid van wat de verdachte zelf zegt. Het is dus zaak daar goed advies over in te winnen, het liefst nog voordat een verklaring wordt afgelegd bij de politie.

Misschien ook interessant:

Ruimte verhuren voor hennepkweek? Kijk uit!
Getagd op: